VBO Makelaar: Funderingsonderzoek…

VBO Makelaar: Funderingsonderzoek moet veel uitgebreider, zeker nu het risico op verzakking is toegenomen.

Nootdorp, 25 februari – Huizenkopers lopen een groot risico, omdat funderingsonderzoek nu niet goed op orde is. Dat zeggen de twee brancheverenigingen voor makelaars en taxateurs VBO Makelaar en NVM tegen tv-programma De Monitor (KRO-NCRV). Hans van der Ploeg, directeur VBO Makelaar: “Voor goed onderzoek zijn gegevens van funderingen nodig en die zijn er nu onvoldoende om hun signaalfunctie goed te kunnen uitvoeren. Hierdoor kunnen makelaars, taxateurs en bouwkundig inspecteurs geen betrouwbare uitspraken doen over de staat van een fundering en doorverwijzen naar een specialist.”

De makelaars en taxateurs trekken aan de bel omdat er sinds de droge zomer van 2018 nieuwe grote gebieden zijn bijgekomen met funderingsproblematiek, zoals het rivierengebied. Door de lage grondwaterstand kunnen zowel huizen met een fundering op houten palen als huizen ‘op staal’ (direct op de ondergrond) verzakken. Volgens de nieuwste cijfers van het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) zijn er nu zo’n 800.000 woningen die het risico lopen te verzakken. Van der Ploeg: “Die droogte is echt iets nieuws. Makelaars in Dordrecht bijvoorbeeld zijn alert. Zij hebben veel kennis over funderingen omdat zij bekend zijn met de problematiek, het speelt daar al jaren. Maar voor een makelaar/taxateur in bijvoorbeeld Zevenaar is dit door de droogte nieuwe problematiek. Die heeft zeker onvoldoende gegevens en heeft nog geen idee.”
Bouwkundig rapport niet voldoende
De makelaar/taxateur doet geen bodemonderzoek maar bekijkt of er op objectniveau en in het postcodegebied gegevens bekend zijn over de fundering. Maar bij aan- of verkoop van een huis wordt nu vaak geen onderzoek gedaan door een funderingsspecialist, die onder de grond kijkt, terwijl dat de enige manier is om de gesteldheid exact vast te stellen. Funderingsonderzoek kost een paar duizend euro en wordt alleen gedaan als er vermoedelijk funderingsproblematiek is.

Huizenkopers nemen dikwijls genoegen met een rapport van een bouwkundig inspecteur. Maar ook de inspecteur doet geen bodemonderzoek. Als er geen funderingsrapport van een specialist is en het pand vertoont geen tekenen van funderingsproblematiek, zoals scheuren, dan komt in het bouwkundig rapport te staan dat de fundering waarschijnlijk goed is. Volgens de makelaars moeten meer kwaliteitseisen worden gesteld aan het beroep van bouwkundig inspecteur. Van der Ploeg: “Het is een vrij beroep en iedereen kan het worden.” Er is wel een register, het Nederlands Register Bouwkundig Inspecteurs, maar dat is nog in ontwikkeling.
Meer data: de grond in
De brancheverenigingen pleiten vooral voor meer data. Van der Ploeg: “Er zou in alle oude en nieuwe risicogebieden in Nederland funderingsonderzoek moeten worden gedaan, zodat je op objectniveau kunt opzoeken hoe het met de fundering gesteld is. Daarvoor moeten alle partijen met elkaar samenwerken. Niet de gemeente maar de burger zelf is aansprakelijk als de woning verzakt, maar krijgt nu wel heel veel op het bordje. Daarom zou de funderingsproblematiek in een wijk of straat integraal moeten worden aangepakt en onderdeel moeten uitmaken van andere projecten zoals asbestsanering en energietransitie.’

 

Bron: www.vbomakelaar.nl